Nokkenassensor: controle, symptomen, reparatie en vervanging

2024 Auteur: Erin Ralphs | [email protected]. Laatst gewijzigd: 2024-02-19 18:13

Tijdens de overgang van een aandrijfsysteem met carburateur naar een injectiesysteem, werden ingenieurs die betrokken waren bij de ontwikkeling van moderne auto's gedwongen om nieuwe technische oplossingen te creëren. Voor een betrouwbare en goed gecoördineerde werking van het systeem is het dus noodzakelijk om duidelijk het exacte moment te weten waarop brandstof in de verbrandingskamers moet worden geïnjecteerd, evenals het tijdstip waarop een vonk moet worden toegepast. Tegenwoordig wordt een nokkenassensor gebruikt om dit probleem op te lossen. Wat is het en hoe controleer je het? We zullen informatie over dit onderwerp in dit materiaal beschouwen.

Sensoropdracht

Als de brandstof niet wordt toegevoerd op het moment van de inlaatslag, zal deze zich langs het spruitstuk verspreiden. Wanneer de inlaatslag begint, blijft er een kleine hoeveelheid benzine op de wanden achter. Daarom zal het mengsel arm zijn.

Hierdoor wordt het vermogen verminderdmotor, en verhoogt ook de intensiteit van slijtage van de cilinder-zuigergroep en kleppen. Met de nokkenassensor kunt u nauwkeurig het juiste moment van brandstoftoevoer en vonk volgen. De werking van de cilinderkop, kleppen en de correctheid van de gasverdelingsfasen zijn immers afhankelijk van de nokkenas.

Apparaat

Eigenlijk is dit niet iets hightechs. In het kleine apparaatje zit de bekende Hall-sensor, maar in een iets ander design. Het element dient om de hoekpositie van de timing te bepalen in overeenstemming met de krukas. De gegevens worden vervolgens naar de ECU gestuurd.

Werkingsprincipe

Dus, zoals hierboven al opgemerkt, is de nokkenassensor gebaseerd op de bekende Hall-sensor. Het werkt allemaal als volgt. Als metalen elementen door de inductor gaan, verandert de elektromotorische kracht van de spoel zelf. In tegenstelling tot de krukassensor bewaakt het nokkenaspositie-element niet alleen de huidige toestand van de zuigers nauwkeuriger, maar ook de kleptiming. Het is immers bekend dat één bedrijfscyclus van een viertakt verbrandingsmotor één omwenteling van de nokkenas en twee omwentelingen van de krukas is. Het element heeft een andere naam - een fasesensor.

Waar is de DPRP?

Beginnende automobilisten die een injectiemotor tegenkomen, weten mogelijk niet waar de nokkenaspositiesensor zich bevindt. Je kunt het vinden in het gebied van de versnelling of de aandrijfschijf van de nokkenas.

Op modellen van AvtoVAZ met een motor met acht kleppenhet element is op het cilinderkophuis gemonteerd. Bij een krachtbron met 16 kleppen moet deze worden gezocht vanaf de kant waar de voorste nokkenas is gemonteerd. Het bevindt zich in het generatorgebied.

Synchronisatie van de nokkenas- en krukassensor wordt geleverd met behulp van een benchmark - dit is een metalen pen die zich op de schijf of op het tandwiel bevindt. Het onderdeel markeert de positie van de zuiger van de eerste cilinder op BDP. Op sommige krachtbronnen kan in plaats van een benchmark een spleetring worden gebruikt, deze gaat door de VAZ-nokkenassensor. Wanneer de benchmark of de signaalopening door de sensor gaat, genereert deze een impuls. Deze laatste synchroniseert het voedingssysteem van de motor en de ontsteking.

Wat beïnvloedt de werking van de VDP?

De belangrijkste factoren die de werking van dit element beïnvloeden, zijn constant fluctuerende temperaturen, trillingen, evenals stof en metaalspanen. Experts raden aan om dit element periodiek te wijzigen. Gemiddeld overleeft de DPRV onder Russische omstandigheden tot honderdduizend kilometer. Maar dit is mogelijk onder normale bedrijfsomstandigheden. Ook het tijdig vervangen van de nokkenassensor helpt problemen te voorkomen (bijvoorbeeld een onverwacht defect met het contact onderweg).

Bij het starten van de motor is de temperatuur van het onderdeel ongeveer gelijk aan de atmosferische lucht. Naarmate de motor warmer wordt, neemt ook de waarde op de sensor toe. Als de stroom- en ontstekingssystemen niet synchroon lopen, start de motor helemaal niet of werkt hij met ernstige onderbrekingen. Als de verbrandingsmotor slecht is geconfigureerd, zal de sensor waarnemenverhoogde trillingen. In een moderne motor zijn er veel verschillende wrijvingsoppervlakken - als gevolg van wrijving wordt metaalstof gevormd. Als het smeersysteem niet goed werkt of de motorsteunen falen, dan zal dit stof meer zijn. Metaalsplinters zullen zich op de elementmagneet afzetten, wat de werking ervan negatief zal beïnvloeden.

Symptomen van slecht functionerende DPRV

Hoe kun je vaststellen dat dit element defect is en moet worden vervangen op de auto? De eerste oproep die een storing van de nokkenassensor meldt, is een plotselinge toename van het brandstofverbruik, een afname van het motorvermogen en een onstabiele werking van de aandrijfeenheid. Er zijn geen andere symptomen. Maar als dergelijke problemen zich voordoen, is het de moeite waard om de controle met de DPRV te starten.

DPRV-foutcodes

Moderne auto's worden bestuurd door ECU's. Dit is hun pluspunt. In tegenstelling tot carburateurtechnologie, waar de bestuurder een beetje een monteur, elektricien en motorspecialist moet zijn, kan de injector zichzelf diagnosticeren.

Op modellen van AvtoVAZ, als dit mechanisme niet goed werkt, kunt u een fout in de nokkenassensor 0340 waarnemen. U kunt ook een geel bord zien - "Meat Grinder" of Check Engine. Dit proces manifesteert zich als volgt: op het moment dat de motor wordt gestart, werkt de starter enkele seconden. Dan toont het display dit foutnummer 0340.

Feit is dat de ECU bij het starten van de unit een bepaald signaal van de DPRV verwacht. Zo niet, dan is het blok dat nieteen impuls kunnen geven aan het ontstekings- en brandstoftoevoersysteem. Daarom start de motor niet. Het bijbehorende lampje gaat branden. U kunt de VAZ-nokkenassensor diagnosticeren met behulp van de boordcomputer.

Er is nog een fout. De index is 0343. Het kan minder vaak worden waargenomen dan de eerste, en het geeft direct aan dat de fasesensor defect is. Het probleem wordt alleen opgelost door het element volledig te vervangen. Deze fout vereist geen serieuze diagnostiek en bezoeken aan servicecentra, maar betekent niet altijd dat de nokkenaspositiesensor niet werkt. Vaak wordt een fout veroorzaakt door geoxideerde contacten. Het kan ook ontstaan door een defecte DPKV, een tandriem die een tandje los is geraakt of een losse krukas.

Er zijn een aantal andere fouten:

• 0300 － geeft een misfire aan.
• 0341 － onjuiste kleptiming.
• 0342 － zwakke signaalsterkte van RPF.
• 0343 － Signaal hoog.
• 0344 － intermitterende en onregelmatige signalen van de RPF.
• 0365 － geen signaal van het RPF-circuit.

Oorzaken van falen

Er zijn een groot aantal redenen waarom een sensor kan falen. In dit geval is het niet nodig dat er problemen zijn met de sensor. Meestal kunnen ze zich in de bedrading of andere elementen van het boordnetwerk bevinden.

Het komt voor dat de sensor niet is aangesloten op de signaaldraad. Vocht in de terminal kan ook storingen veroorzaken. Er verschijnt een fout als de signaaldraad is kortgesloten naar aarde of gebroken is. Als er een sluiting isnaar het boordnetwerk van de DPRV-signaaldraad, leidt dit ook tot storingen en de hierboven beschreven symptomen.

Hoe kan ik de DP controleren?

Niet iedereen weet hoe de nokkenassensor moet worden getest op werking, hoewel deze procedure erg lijkt op het controleren van de Hall-sensor. Meet de spanning tussen de klemmen. Om te werken heb je een multimeter nodig met een DC-spanningsmeetfunctie.

De eerste stap is om te controleren hoe de sensor is aangesloten op de signaaldraden. Er moet een spanning van +12 V en een massakabel naar het element komen. Als er stroom is, start dan de motor en controleer de sensorpulsen. Ze moeten op de signaaldraad zitten. Ook is het niet overbodig om te controleren of er vocht in de connector zit. Geoxideerde of verontreinigde contacten worden grondig gereinigd en gedroogd. Controleer vervolgens de integriteit van de isolatie van de signaaldraden. Beschadigde isolatie is een van de meest voorkomende oorzaken van problemen met CVD.

De sensor bevindt zich heel dicht bij de motor, dus door constante verwarming en koeling wordt de isolatie broos en brokkelt af, wat leidt tot kortsluiting.

Controleer vervolgens de weerstand van de isolatielaag. Het moet ongeveer 0,5-1 kOhm zijn. In verschillende modellen kan de waarde binnen enkele kOhm liggen. Het belangrijkste is een solide en onbeschadigde isolatie.

Hoe een tweedraads DPRV testen?

Als zo'n element op de auto is geïnstalleerd, is het verificatie-algoritme als volgt. De multimeter is ingesteld op de modus voor het meten van wisselspanningen. Zet dan het contact aan. Bepaal vervolgens de spanning in het circuit. Eencontact is verbonden met aarde, de andere wordt gecontroleerd voor elke draad die in de sensorconnector zit. Als er geen spanning is in een van de draden, is de sensor defect.

Je kunt de motor ook starten. Met één contact is de multimeter aangesloten op de eerste draad van de DPRV, met de andere - op de tweede. In geval van bruikbaarheid wordt een oscillerende spanning in het bereik van 0-5 Volt weergegeven op het scherm van het apparaat. Als dit niet wordt waargenomen, moet de sensor worden vervangen.

Driedraads

Hier is het verificatie-algoritme als volgt. De multimeter wordt in de DC-spanningsmeetmodus geschakeld.

Zet vervolgens het contact aan. Eén sonde is verbonden met de grond, de tweede - met de voedingsdraad van de sensor. De gemeten spanning wordt vergeleken met de nominale.

Hoe de DPRV vervangen?

Het vervangen van de nokkenassensor is een uiterst eenvoudige handeling. Het element wordt met één bout op het motorhuis vastgehouden. Om te vervangen, verwijdert u de chip van de sensor, draait u de bout los en trekt u het element uit de zitting. Installeer vervolgens een nieuwe sensor.